zondag 26 oktober 2008

De ideale staat

Opdracht Geschiedenis

Door Vivian Klein


Inleiding

In zijn boek Politeia beschrijft Plato zijn ideeën over hoe de stadstaten in zijn tijd zouden moeten functioneren. In dit werkstuk bespreek ik steeds eerst een uitgangspunt van Plato en vergelijk ze dan met de situatie nu.


De ideale staat volgens Plato

Dit waren de uitgangspunten van Plato:

-  Er zijn verschillende rollen en die worden uitgevoerd door verschillende groepen;

-  Er is censuur om te zorgen dat er stabiliteit is en het bestuur niet veranderd door bijvoorbeeld invloeden van buitenaf.


Plato onderscheidde vijf bestuursvormen. Geordend van gewenst naar ongewenst:

-  Aristocratie: bestuur door de ‘meest bekwamen’ op filosofisch en militair gebied;

-  Timocratie: bestuur door de militairen (zoals in Sparta) dit kon werken maar er was te weinig aandacht voor filosofie;

-  Oligargie: bestuur door de rijken ongewenst omdat rijkdom dan de maatschappelijke positie bepaalde (en is rijkdom wel een deugd?)

-  Democratie: bestuur door het volk, wat werkt niet omdat dan juist de niet productieve burgers zich met de politiek zouden gaan bemoeien. Dat zijn niet de meest geschikte mensen. Het leidde vaak tot tirannie

-  Tirannie: de macht in handen van één sterke leider. Dit leidde altijd tot uitbuiting en was daarom de meest ongewenste vorm.

 

In onze tijd is in de westerse wereld de democratie het populairst. Het wordt zelfs met geweld ingevoerd in andere landen en het is ondenkbaar dat een niet democratisch land lid van de EU mag worden. Dit is echter nog maar kort zo. 80 tot 50 jaar geleden waren tirannieën met  sterke mannen aan het hoofd erg populair. Denk aan Nazi Duitsland, het Italië onder Mussolini en het Spanje van Franco. Dit liep nog een tijd door in een aantal zuid Europese landen zoals in Griekenland, Spanje en Portugal. En was de Gaule ook niet een “sterke man” en hebben Berlusconi en Geert Wilders ook niet dat soort tirannieke trekjes?

Oligarchie sluimert in onze tijden onder de democratie. De invloed van de rijken is vaak groot. Berlusconi is een rijke ondernemer met veel grip op de Italiaanse media. Ook in de VS zien we veel invloed van de olie industrie op het beleid in de afgelopen 8 jaar Bush.

Timocratie zien we in vaak na een staatsgreep in landen buiten Europa. Zoals in het Irak van Saddam Hussein of tijdens het bewind van Bouterse in Suriname, De macht van de militairen is ook nog groot in in bijvoorbeeld Turkije.

Aristocratie is in zekere mate ook zichtbaar in Nederland. Bijna alle bestuurders hebben een goede tot zeer goede opleiding. Als VMBO-er heb je weinig kans om premier te worden. Het is natuurlijk geen echte aristocratie maar bepaalde trekken zie je wel terug. Als je niet goed kan debatteren (een kenmerk van de filosofische kant van aristocratie) ben je kansloos in de politiek.


De stadstaat

Plato was teleurgesteld door de het bestuur van de stadstaat Athene. Zowel de tirannieke vorm van “de 30” en de democratische vorm (die zijn leermester Socrates tot de dood veroordeelde) hadden niet zijn voorkeur.


Zo werkte een stadstaat (polis):

Een polis was een gebied met een stad als midden en daaromheen een plattelands gebied. De bevolking bestond uit vrije burgers, onvrije burgers (bijvoorbeeld op het platteland) en slaven. De rol van de vrije burgers was belangrijk, zij streefden naar:

-  een eigen bestuur kunnen kiezen zonder invloed van buiten (bijvoorbeeld een van de bestuursvormen die Plato beschreven heeft).

-  zelfvoorziening, hoewel dat in het rotsachtige Griekenland niet altijd mogelijk was en ze toch vaak levensmiddelen moest invoeren.

-  eigen wetten en rechtspraak.

-  eigen geld.

-  eigen territorium.

Dit lukte niet altijd maar zolang de gemeenschap van burgers bleef bestaan kon ook na een periode van overheersing de polis zichzelf herstellen. De rol van de vrije burgers was dus veel belangrijker dan de niet vrije burgers of de slaven. Vrouwen hadden ook nauwelijks rechten. De gelijkheid betrof dus maar een klein deel van de bevolking.

In de moderne tijd zijn veel van deze zaken herkenbaar, behalve in Europa. Daar zijn een aantal dingen juist uit handen geven aan het grotere Europa; het opgeven van de eigen munt en het afspreken van regels die voor alle landen gelden. In de moderne tijd is het ook normaal dat je moet samenwerken en handelen met andere landen om voorzien te zijn in alle behoeften. Landen die die zich daaraan onttrekken zoals Noord Korea of die dat niet kunnen, zoals zeer arme landen, hebben veel minder welvaart.

 

In het Athene van Plato was na de dictatuur van “de 30” een weer een periode met democratie. Deze werkte als volgt:

De stad was opgedeeld in gebieden die vertegenwoordigers stuurden naar een raad (Boule) die het dagelijks bestuur vormden. Daarnaast was er een volksvergadering waaraan alle volwassen mannelijke vrije burgers konden deelnemen. Deze volksvergadering had het laatste woord. De indeling van de gebieden was oorspronkelijk  (voor Plato’s tijd) zo gekozen dat de oude Clan’s hun macht kwijtraakten. Athene werd opgedeeld in gemeenten en gemeenten werden gegroepeerd tot 30 trittyes. Die werden weer per drie zo gegroepeerd dat ze altijd een stads deel en plattelands deel en een kust deel hadden. Zo ontstonden 10 Phylen die vertegenwoordiges afvaardigden naar de raad. Dit alles bevorderde de gelijkheid en de aandacht voor alle soorten problemen en standpunten.

Plato vond dit geen goed systeem. De afgevaardigden (ofwel de politici) zouden alles doen om het volk tevreden te houden en zo geen goede maar populaire besluiten nemen...


Voor en nadelen van de democratie

De Nederlandse democratie is, net als in veel andere landen, gebaseerd op drie hoofdrechten:

-  initiatiefrecht: iedereen moet een eigen voorstel voor nieuwe regels in kunnen dienen

-  recht tot spreken: iedereen moet zijn mening kunnen geven over een voorstel

-  stemrecht: iedereen kan een stem uitbrengen voor of tegen een voorstel


Dat lijkt erg op wat de oude Grieken hadden, de verschillen zitten in de uitvoering. In Nederland zijn alle burgers gelijk; iedereen heeft 1 stem. Vrouwen hebben dezelfde rechten als mannen. Echter de zwaktes en de kracht van een democratie zijn nog hetzelfde: het is heel moeilijk om impopulaire maatregelen te nemen ook al zijn ze nodig of het beste voor de samenleving, precies zoals Plato beschreef. Aan de andere kant is een democratie ook een goede bescherming tegen een dictatuur, dat is anders dan wat Plato schreef. Dat komt doordat in Nederland de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende machten goed gescheiden zijn.

 

Had Plato gelijk over de democratie?

In het bovenstaande stukje zien we een interessante tegenstelling. Deels lijkt de mening van Plato over democratie te kloppen en deels ook niet. Hoe zit dat nou? Laten we eerst eens verder kijken wat Plato een ideale staat vond:

Plato vond dat elke mens een bepaalde taak had en dat op die manier de arbeid verdeeld moest worden. Om een samenleving te besturen en te beschermen waren wachters nodig. Zij moesten goed zijn in filosofie en in krijgskunst. Ook moesten ze bestand zijn tegen de verleiding van de macht.

Om dit voor elkaar te krijgen was de opleiding heel belangrijk en mochten wachters geen eigen bezit hebben. De wachters deelden alle bezittingen, leefden samen en deelden zelfs vrouwen en kinderen. Hun geluk zou liggen in het uitoefenen van hun beroep.

In de ideale staat is de rol van de vrouw gelijk aan die van de man. Een vrouw kan dus ook wachter worden.

In de ideale staat speelt censuur een belangrijke rol. Door in spel, kunst, toneel en literatuur alleen te voorbeelden te geven van mensen die gewenst gedrag vertonen zal de jeugd goed opgevoed worden en zo dit goede voorbeeld volgen.


In de moderne westerse democratieën gaat het gelukkig deels heel anders maar voor een deel zijn de dingen waar Plato een oplossing voor zocht nu nog steeds actueel. En een aantal van zijn oplossingen kloppen nog.


Wat overeenkomt:

-  Vrouwen kunnen inderdaad alles doen, zelfs het land besturen.

-  We verwachten bepaalde filosofische kwaliteiten van een bestuurder. Sarah Palin bleek in een paar interviews niet erg intelligent over te komen en prompt denkt het leeuwendeel van  de Amerikanen: “Als zij maar geen president wordt...”.


Wat anders is dan Plato’s ideale staat:

-  Censuur is uit den boze omdat we geleerd hebben dat het machtsmisbruik in de hand werkt.

-  De bestuurders mogen wel bezittingen en een privé-leven hebben, maar de beloning van de bestuurders is niet te groot en er mag geen “belangenverstrengeling” zijn.


Als we de moderne westerse democratieën vergelijken met de democratie in Athene zien we nog een paar verschillen:

-  Het is nu niet zo dat elke burger zich met de elk punt van de besluitvorming kan bemoeien, zoals alle vrije burgers van Athene dat wel konden. We kiezen afgevaardigden door te stemmen op een partij voor het bestuur van de gemeente (gemeenteraad), de provincie (provinciale staten) het land (2e kamer) en Europa (Europees parlement).

-  Wel kan iedereen boven de 18 nu meestemmen en niet alleen de volwassen vrije manlijke burgers.


Een van de belangrijkste reden waarom democratie wel of niet werkt is terug te vinden in de cybernetica (systeemtheorie) en dan gaat het om terugkoppeling.

In een plaatje:

Terugkoppeling is bijvoorbeeld het leren van een leerling (het proces). Je stopt er een huiswerk opdracht in (input) en er komt een werkstuk uit (output). Bij het nakijken van het werk geeft de docent feedback zodat een aantal punten van het huiswerk verbeterd kunnen worden.


Bij het besturen van bijvoorbeeld een land werkt dat hetzelfde;

De besluiten die men neemt worden op de proef gesteld door wat het volk ervan vindt. Het volk heeft het recht om een persoon die verkeerde besluiten neemt (bijvoorbeeld om zichzelf te verrijken) naar huis te sturen door hem minder stemmen te geven. Een andere vorm is de regering die een wetsvoorstel maakt en het dan moet bespreken in de tweede kamer. Als de kamer het voorstel anders wil geven ze feedback in de vorm van een motie die wordt aangenomen.

 

In Griekenland  is dit terug te vinden in het schervengerecht waarbij de burgers een generaal die zij te machtig vonden voor 10 jaar konden verbannen. Het stemmen gebeurde dor de naam van de generaal op een potscherf te schrijven. Als er 6000 schreven waren verzameld werd de generaal wiens naam het meest genoemd werd verbannen.

 

In Nederland kan elke burger een besluiten van de overheid laten beoordelen door een rechter. Als een besluit niet overeenstemt met de (grond)wet kan de rechter het verbieden.

 

Een ander middel om terugkoppeling te krijgen op een besluit is via een referendum.

Eigenlijk hadden de mensen uit het oude Athene dit al bij hun volksvergadering; daar mocht iedereen meebesluiten over een bepaald voorstel (al maakte niet iedereen daar gebruik van). Zelfs in een klein land als Nederland wordt dat onpraktisch; met meer dan 10 miljoen mensen is het erg lastig vergaderen. Daarvoor gebruiken we een referendum. Er zijn verschillende soorten referenda:

-  Raadgevend (aangevraagd door de burgers)

-  Raadplegend (raadplegend door de bestuurders)

-  Correctief (om een besluit tegen te houden)

-  Keuze (bijvoorbeeld wie de burgermeester moet worden)

Een referendum kan bindend of niet bindend zijn. Als het bindend is moeten de bestuurders het besluit zo uitvoeren, als het niet bindend is mogen ze het ook anders kiezen maar vaak gebeurt dat niet omdat men bang is om stemmen te verliezen bij de volgende verkiezingen. De opkomst bij referenda is vaak erg laag. Het valt niet mee om de burgers op deze manier te betrekken bij de besluiten.


Afsluiting

Kortom Plato’s zoektocht naar de ideale staat gaat nog altijd door. Wat ik bijzonder vind is niet of hij helemaal gelijk had, maar dat hij de problemen van de verschillende staatsvormen toen al zo kon beschrijven en dat ze nu nog steeds herkenbaar zijn.

En wat betekend een demoracite voor mij als 15 jarige burger van Nederland? Ik, als minderjarige, mag nog niet stemmen, maar ik kan wel kiezen waar ik mijn geld aan uitgeef. Als ik ervoor kies om dierproefvrije make-up te kopen “stem” ik daar dus voor. Stel dat product besluit alsnog op dieren te gaan testen, dan zal ik het dus niet meer kopen en verliest het mijn (financiële) steun. Shoppen is dus een mooie vorm van democratie en feedback geven!


Bronnen

  http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/infoblok.jsp?infoblok=901883

  http://www.iep.utm.edu/p/plato.htm

  http://www.scholieren.com/werkstukken/1376

  Geschiedenis Werkplaats VWO

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Politeia_(boek)

  Discussie met mijn vader

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Charles_de_Gaulle

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Polis_(stad)

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Democratie

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Clisthenes_van_Athene

  http://www.youtube.com/watch?v=Z75QSExE0jU

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Terugkoppeling

  http://nl.wikipedia.org/wiki/Ostracisme

 

 

Geen opmerkingen: